Das Fernweh
Ze had een dag van te voren thuis ingecheckt en stond voor de Transavia balie op Schiphol met haar telefoon in de hand, waarop ze de mobiele boardingpass had gekopieerd.
Dat klinkt simpel, maar het heeft toch wel even geduurd voordat ze de vierkante streepjescode op haar telefoon had geplaatst en er op vertrouwde dat ze met een QR code ook het vliegtuig in zou komen.
“Wat u wilt, mevrouw, maar met de papieren versie lukt het zeker”, zei de grondstewardess tegen haar.
Toch bijzonder hoe deze vrouw al haar digitale inspanningen met een zin teniet deed.
Zeker gezien het feit dat ze zich enige tijd geleden nog afvroeg of ze de nostalgie van Schiphol in de jaren ’70 miste.
Lange schuifelende rijen met gespannen mensen, skai koffers waarvan de clips regelmatig weigerde en de riempjes bij een iets te hard trekken er af vlogen.
Al rokend zoekend naar de juiste gate, met hagelslag, drop, een stuk Edammer kaas en een hoeveelheid toiletartikelen om honderd mijnwerkers een week lang mee te kunnen wassen in de tas.
Internationale regels omtrent ruim- en handbagage bestonden toen nog niet.
De reis ging dit keer naar Fuerteventura, iets wat ze al jaren wilde , maar werd tegen gehouden door zeer wisselende berichten over dit eiland.
Het was leuk!
De zon scheen en de temperatuur was heerlijk, vulkanen, zandduinen, ruige rotskusten en pittoreske dorpjes wisselden elkaar af.
Kilometerslange strandwandelingen heeft ze gemaakt, verse vis in de verschillende restaurantjes gegeten en veel bejaarde, vooral Duitse medevakantiegangers kunnen gadeslaan.
Vanaf het zonneterras keek ze omhoog door een glazen afscheiding van de galerij waar ze de dikke buiken onder de singletjes van menig man met overgewicht zag deinen.
De echtparen die elke morgen het restaurant binnenkwamen met hun eigen beker, alsof die niet voorradig zouden zijn.
Sommigen met een emaille exemplaar.
De gedachte hier uit te moeten drinken bezorgde bij haar de rillingen als bij ”nagels over een schoolbord”.
De hoogbejaarde man in een afgeritste wandelbroek, waar witte spillebenen kwetsbaar onder uitstaken die zonder gêne alle jonge vrouwen van boven tot onder uitgebreid bekeek, deed haar denken aan de vader van de hoofdpersoon in het boek “Greppel”.
Herman Koch beschrijft prachtig de tweeënnegentig jarige vader van een burgemeester van Amsterdam, die elke gelegenheid aangrijpt om te flirten met jonge meiden en om van het gezeur van zijn vrouw af te zijn zich stomdronken voordoet.
Samen met zijn echtgenote “nu we nog goed zijn” besluit uit het leven te stappen en daarna als enig overlevende van de twee, recalcitrant en slechtziend rond scheurt in een nieuw gekochte rode sportwagen.
Ze vond dit boek het lezen waard.
Noodkreten vanuit een appartement in het vakantiecomplex.
“Hilfe, hilfe….”.
Haar verpleegster-hart maakte meteen een sprongetje…
”Wo bist du denn.., in welches Zimmer wohnst du?”, schreeuwde ze hangend over de railing van het balkon,
zich niet bekommerend om haar uitspraak en het al dan niet gebruik van de juiste naamvallen.
Dat is vroeger wel eens anders geweest.
Bang om fouten te maken, omdat haar man toevallig docent Duits is.
“Haben Sie Schmerzen…?”
Na enig zoeken was het appartement van de hulproepende gevonden, de deur geopend en een dame, al bloedend in de scherven van een glas aangetroffen.
“Ich habe nicht getrunken….ich habe gleichgewichtsstörungen”.
Ja, ja…..
Na een week zette ze na een vlucht van bijna vier uur weer veilig voet op Nederlandse bodem.
Toch bijzonder als ze kijkt naar de foto van alle vliegbewegingen die een Facebook- vriend onlangs plaatste.