Wachten is leuk
Ze had afgesproken om, samen met haar man, haar kleinzoon uit school te halen.
Ze gingen vroeg op pad, omdat de Coentunnel altijd een onbetrouwbare factor is, net zoals het parkeren op de Hugo de Grootkade in hartje Amsterdam.
Maar het geluk was aan hun zijde, ruim op tijd en vlak voor verpleeghuis De Poort waren nog enkele plekken vrij.
Het was een gezellige drukte op de stoep voor het verpleeghuis.
Sommige bewoners zaten aan hun vrijdagmiddag-pilsje met bitterbal, anderen haalden verhalen over vroeger op en een flink stel senioren was aan het kegelen.
Totdat plotseling de rust verstoord werd door de begeleider van het geheel die op z’n Amsterdams blèrde dat hij geen ballen meer had.
Het hoge overslaande stemgeluid deed haar het ergste vermoeden.
Zo is wachten leuk, maar daar was haar kleine man al vergezeld van een onuitputtelijke woordenstroom.
“Oma, ken jij de mop van die mummie?” “Jahh, die ken ik.” “Is niet zo ingewikkeld ,hè
oma? Of die van die twee koeien die in bad zaten? Zegt de ene tegen de ander: mag ik het stuk zeep even…?” “En toen, lieverd? Ga je nu zelf moppen verzinnen?”
“Oma, gaat een egel naar de kapper, vraagt de kapper aan de egel welk model hij geknipt wil hebben. Zegt de egel: stekeltjes. Oh ja, en die koe zegt: ik krijg mijn vlekken niet weggewassen.” “Jij bent een goede moppentapper zeg, je lijkt Max Tailleur wel.” “Max Teleur, is dat een vriend van jou, oma?”
En paar weken geleden moest ze wachten in een flinke rij voor de corona-teststraat.
Eigenlijk was ze wat sikkeneurig gezien het aantal auto’s voor haar, maar langzaamaan ontpopte het wachten zich tot een aangenaam tijdverdrijf.
Hoewel,… het was meer leedvermaak.
Mopperende wachtenden, omdat zij een afspraak hadden gemaakt en al ruim een half uur geleden aan de beurt zouden zijn geweest, terwijl ze terplekke tot de conclusie kwamen dat een afspraak maken niet meer nodig was.
Fietsers die de automobilisten vriendelijk verzochten hun motor uit te zetten, daar zij geruime tijd in de uitlaatgassen van hun stinkende auto’s stonden, maar nadien daar toch wat spijt van hadden, daar de accu van één van de bestuurders leeg bleek te zijn en de auto dus niet meer wilde starten, terwijl dit de wachttijd behoorlijk verlengde.
Hoe deze auto met veel capriolen uit de drukke rij naar zijn tijdelijke parkeerplaats werd geduwd, bezorgde haar veel plezier.
“Oma, ik weet hoe je cruise van cruiseschip schrijft: staat na de cee een rr dan klinkt het als een ku en de uh, ih is een oe en dan nog de s en de eh.” ”Wohh, dat is knap van jou, want het is ook nog eens een Engels woord hè.”
“Ja, natuurlijk, ik ga ook naar groep 4.” “Zeker, je rapport is ook prachtig.”
”Wat wil je eigenlijk hebben voor je rapport? Geld of een cadeautje?” “Doe maar een cadeautje, oma. Zo’n kinderduikbril: full face, voor als ik met je op vakantie ga.”
“Full face. Ha, wat een grappenmaker ben jij. Ik weet helemaal niet of dat wel bestaat, maar ik vind het wel een goed idee.” “Ja hoor oma, dat bestaat.” “Nou goed, ik zal zorgen dat ik, voordat we op vakantie gaan zo’n duikbril voor je heb.”
“Yeahh, dan kan ik samen met opa en papa duiken.” “Ja, wat een goed idee lieverd, samen de waterspeeltjes opduiken in het zwembad of naar visjes zoeken in het zwemmeer.”
“Ik heb er zin in, oma.”
Zeker, zij heeft er ook zin in.
De voorpret op de aankomende vakantie was leuk, maar nu het zo voor de deur staat kunnen ze met z’n allen eigenlijk niet meer wachten.
Ze had afgesproken om, samen met haar man, haar kleinzoon uit school te halen.
Ze gingen vroeg op pad, omdat de Coentunnel altijd een onbetrouwbare factor is, net zoals het parkeren op de Hugo de Grootkade in hartje Amsterdam.
Maar het geluk was aan hun zijde, ruim op tijd en vlak voor verpleeghuis De Poort waren nog enkele plekken vrij.
Het was een gezellige drukte op de stoep voor het verpleeghuis.
Sommige bewoners zaten aan hun vrijdagmiddag-pilsje met bitterbal, anderen haalden verhalen over vroeger op en een flink stel senioren was aan het kegelen.
Totdat plotseling de rust verstoord werd door de begeleider van het geheel die op z’n Amsterdams blèrde dat hij geen ballen meer had.
Het hoge overslaande stemgeluid deed haar het ergste vermoeden.
Zo is wachten leuk, maar daar was haar kleine man al vergezeld van een onuitputtelijke woordenstroom.
“Oma, ken jij de mop van die mummie?” “Jahh, die ken ik.” “Is niet zo ingewikkeld ,hè
oma? Of die van die twee koeien die in bad zaten? Zegt de ene tegen de ander: mag ik het stuk zeep even…?” “En toen, lieverd? Ga je nu zelf moppen verzinnen?”
“Oma, gaat een egel naar de kapper, vraagt de kapper aan de egel welk model hij geknipt wil hebben. Zegt de egel: stekeltjes. Oh ja, en die koe zegt: ik krijg mijn vlekken niet weggewassen.” “Jij bent een goede moppentapper zeg, je lijkt Max Tailleur wel.” “Max Teleur, is dat een vriend van jou, oma?”
En paar weken geleden moest ze wachten in een flinke rij voor de corona-teststraat.
Eigenlijk was ze wat sikkeneurig gezien het aantal auto’s voor haar, maar langzaamaan ontpopte het wachten zich tot een aangenaam tijdverdrijf.
Hoewel,… het was meer leedvermaak.
Mopperende wachtenden, omdat zij een afspraak hadden gemaakt en al ruim een half uur geleden aan de beurt zouden zijn geweest, terwijl ze terplekke tot de conclusie kwamen dat een afspraak maken niet meer nodig was.
Fietsers die de automobilisten vriendelijk verzochten hun motor uit te zetten, daar zij geruime tijd in de uitlaatgassen van hun stinkende auto’s stonden, maar nadien daar toch wat spijt van hadden, daar de accu van één van de bestuurders leeg bleek te zijn en de auto dus niet meer wilde starten, terwijl dit de wachttijd behoorlijk verlengde.
Hoe deze auto met veel capriolen uit de drukke rij naar zijn tijdelijke parkeerplaats werd geduwd, bezorgde haar veel plezier.
“Oma, ik weet hoe je cruise van cruiseschip schrijft: staat na de cee een rr dan klinkt het als een ku en de uh, ih is een oe en dan nog de s en de eh.” ”Wohh, dat is knap van jou, want het is ook nog eens een Engels woord hè.”
“Ja, natuurlijk, ik ga ook naar groep 4.” “Zeker, je rapport is ook prachtig.”
”Wat wil je eigenlijk hebben voor je rapport? Geld of een cadeautje?” “Doe maar een cadeautje, oma. Zo’n kinderduikbril: full face, voor als ik met je op vakantie ga.”
“Full face. Ha, wat een grappenmaker ben jij. Ik weet helemaal niet of dat wel bestaat, maar ik vind het wel een goed idee.” “Ja hoor oma, dat bestaat.” “Nou goed, ik zal zorgen dat ik, voordat we op vakantie gaan zo’n duikbril voor je heb.”
“Yeahh, dan kan ik samen met opa en papa duiken.” “Ja, wat een goed idee lieverd, samen de waterspeeltjes opduiken in het zwembad of naar visjes zoeken in het zwemmeer.”
“Ik heb er zin in, oma.”
Zeker, zij heeft er ook zin in.
De voorpret op de aankomende vakantie was leuk, maar nu het zo voor de deur staat kunnen ze met z’n allen eigenlijk niet meer wachten.