Erkenning
Het maakte niet uit wie het onderwerp aansneed, maar in dit ene geval zei ze praktisch nooit de waarheid uit bescherming van de ander.
Hoezo uit bescherming van de ander, diegene kan toch best voor zichzelf opkomen?
Mag toch zeker zelf wel uitmaken hoe op het antwoord gereageerd moet worden?
Meer dan twintig jaar zei ze: “Twee”.
Was het wel uit bescherming van de ander?
Wilde ze misschien haar eigen hachje redden, niet de lastige wedervragen krijgen?
Bang dat ze geëmotioneerd zou reageren, angst omdat ze misschien zou gaan huilen, dat haar stoere schild zou brokkelen?
Was ze bevreesd voor de mond vol tanden bij de ander?
Heel in het begin sprak ze er over om het te kunnen verwerken, het een plek in haar leven te kunnen geven en soms om te choqueren.
Toentertijd om hem te laten bestaan, omdat het zo’n ontzettend belangrijk “kruisje in haar huisje” is.
Maar over het algemeen hield ze haar mond, omdat het haar kwetsbaar maakte, haar gebroken en lamgeslagen heeft en haar leven een tijd lang een onzekere en moeilijke wending heeft gegeven.
Wilde ze dat verdriet de ander besparen?
Het was toch ook niet nodig om er met iedereen over te praten, hij was er evengoed wel, het symbolische kettinkje om haar nek, dicht bij haar hart.
Gewoon…. vaak in gedachten en elke keer op vijfentwintig augustus er weer een jaar bij tellend.
Hoe zal hij eruit zien, is ‘ie een lachebek, welke kleur ogen heeft hij, wat doet hij voor de kost, heeft hij zelf al kinderen, waar woont hij, lijkt hij op zijn broers?
Onbeantwoorde vragen, omdat hij levenloos geboren is.
“Drie”, drie jongens…..de oudste nu bijna dertig, de middelste zesentwintig en de jongste net vijfentwintig”.
Al dertig jaar staat zijn baby-tas in de kast op haar slaapkamer.
Gevuld met kaarten, brieven, gedichtjes, foto’s, cadeautjes, breipennen vol met de steken van een half afgemaakt truitje en de ziekenhuis papieren.
Een tas vol herinneringen die af en toe opengaat.
In 2015 zag ze voor de eerste keer een berichtje op facebook waarin de erkenning van doodgeboren kindjes ter sprake werd gebracht.
In Nederland was het namelijk tot voor kort niet mogelijk om levenloos geboren kinderen te registreren in de gemeentelijke Basis Registratie Personen.
Op facebook ontstond een community onder aanvoering van een paar vrouwen die zich samen met lotgenoten sterk maakten voor erkenning van deze “stilgeboren” baby’s.
Met behulp van een grootscheepse petitie, veel media aandacht, blogs en lezingen heeft deze groep een voorstel tot wetswijziging ingediend, waarin zij vroegen voor erkenning en zichtbaarheid van levenloos geborenen in de administratieve systemen van de overheid.
En met succes, want vanaf 4 februari jongstleden is het officieel mogelijk deze kinderen bestaansrecht te geven.
Een kennisje van haar die bij de gemeente in haar woonplaats werkt heeft aangeboden om bij haar thuis de formaliteiten in orde te komen maken, zodat haar oudste zoon na bijna dertig jaar binnenkort geregistreerd staat.
Wat een geweldig gevoel.
Gek genoeg maakt dit het allemaal een stuk makkelijker om over te praten.
Ze noemt zijn naam en hij bestaat!