Vader en zonen
Ze heeft het altijd al leuk gevonden als ze een vader met zijn kind, beiden op een racefiets, een toer ziet maken.
Hoe kleiner het kind, hoe aandoenlijker ze het vindt.
Waarom? Geen flauw idee…
Waarschijnlijk zijn het de kleine kinderschoenen in de klikpedalen, de stoere veelkleurige kleding, de minihelm en de fikse snelheid waarmee het kind voorovergebogen over het stuur zijn vader volgt, wat ze fascinerend vindt.
Ze heeft twee sportieve jongens grootgebracht, maar fietsen met hun vader, anders dan samen naar de winkels, is er nooit van gekomen.
De sportieve acties van haar kinderen hebben zich, voor het grootste gedeelte van hun jeugd op het basketbal- en het korfbalveld afgespeeld en daar was hun vader altijd met superveel enthousiasme bij aanwezig.
Een leuk feit is dat haar kleinzoon ook voor korfbal gekozen heeft, dus haar zoon is bijna elk weekend weer langs de lijn te vinden en opa met een zekere regelmaat.
De Märklin treinbaan, uit de jeugd van haar man, is altijd meeverhuisd met de intentie deze samen met de jongens op te bouwen, maar haar kinderen hadden niet het geduld en de interesse om te ‘prutsen’ met modelhuisjes, het maken van nep-bergen en het op het spoor houden van de locs en de treinstellen.
Gelukkig voor opa heeft zijn kleinzoon er wat meer interesse in en hebben ze met z’n tweetjes al jaren een modelspoorbaan.
Gezamenlijk klussen doen haar volwassen zoons met hun vader wel met regelmaat, ze leren van elkaar, overleggen, gaan samen naar de bouwmarkt, lenen gereedschap uit en kennen hun grenzen als het te moeilijk wordt en er een ‘echte prof’ aan te pas moet komen.
Toch had ze nooit…nee, nooit gedacht dat dit klussen ook uit ‘collectief tuinieren’ zou kunnen bestaan.
Tot een paar weken geleden haar jongste zoon en haar man zich, voor tien euro, inschreven bij de plaatselijke tuinvereniging in afwachting van een te huren moestuin.
Ze heeft het nog met allerlei argumenten en met het ‘inzetten’ van haar schoondochter proberen tegen te houden.
‘En wanneer wil je daar dan werken? Aan onze eigen tuin doen we ook niet veel’. ‘Jullie hebben helemaal geen verstand van het verbouwen van groente en fruit…en geen tijd’. ‘Hoe groot zijn die percelen?’ ‘Weet je wel hoe zwaar werk het is en al dat ongedierte… die jullie tomaten en sla eerder opeten dan wij zouden kunnen?’ ‘Reken er niet op dat ik ga helpen hoor!’
Zonder resultaat overigens, want onlangs kreeg ze de mededeling dat zij zich hebben ingeschreven voor een moestuin van 139 m².
En dat ze even een motivatiebrief moeten schrijven.
Nou, die brief zorgde voor hilariteit: het ChatGPT stukje van haar schoondochter was net een beetje ‘te’, de motivatie voor het kweken van hennepplanten alleen maar een grapje, de termen quality time, duurzaamheid en passie te gekunsteld en de belofte er een bloeiende, groene oase van te maken, niet reëel.
Het is een mooie ‘geloofsbrief’ geworden… en nu maar afwachten, want ze zijn niet de enige gegadigden die een tuintje willen.
En zij?
Eerlijk gezegd vindt ze het best al wel een beetje leuk.
Ze heeft het altijd al leuk gevonden als ze een vader met zijn kind, beiden op een racefiets, een toer ziet maken.
Hoe kleiner het kind, hoe aandoenlijker ze het vindt.
Waarom? Geen flauw idee…
Waarschijnlijk zijn het de kleine kinderschoenen in de klikpedalen, de stoere veelkleurige kleding, de minihelm en de fikse snelheid waarmee het kind voorovergebogen over het stuur zijn vader volgt, wat ze fascinerend vindt.
Ze heeft twee sportieve jongens grootgebracht, maar fietsen met hun vader, anders dan samen naar de winkels, is er nooit van gekomen.
De sportieve acties van haar kinderen hebben zich, voor het grootste gedeelte van hun jeugd op het basketbal- en het korfbalveld afgespeeld en daar was hun vader altijd met superveel enthousiasme bij aanwezig.
Een leuk feit is dat haar kleinzoon ook voor korfbal gekozen heeft, dus haar zoon is bijna elk weekend weer langs de lijn te vinden en opa met een zekere regelmaat.
De Märklin treinbaan, uit de jeugd van haar man, is altijd meeverhuisd met de intentie deze samen met de jongens op te bouwen, maar haar kinderen hadden niet het geduld en de interesse om te ‘prutsen’ met modelhuisjes, het maken van nep-bergen en het op het spoor houden van de locs en de treinstellen.
Gelukkig voor opa heeft zijn kleinzoon er wat meer interesse in en hebben ze met z’n tweetjes al jaren een modelspoorbaan.
Gezamenlijk klussen doen haar volwassen zoons met hun vader wel met regelmaat, ze leren van elkaar, overleggen, gaan samen naar de bouwmarkt, lenen gereedschap uit en kennen hun grenzen als het te moeilijk wordt en er een ‘echte prof’ aan te pas moet komen.
Toch had ze nooit…nee, nooit gedacht dat dit klussen ook uit ‘collectief tuinieren’ zou kunnen bestaan.
Tot een paar weken geleden haar jongste zoon en haar man zich, voor tien euro, inschreven bij de plaatselijke tuinvereniging in afwachting van een te huren moestuin.
Ze heeft het nog met allerlei argumenten en met het ‘inzetten’ van haar schoondochter proberen tegen te houden.
‘En wanneer wil je daar dan werken? Aan onze eigen tuin doen we ook niet veel’. ‘Jullie hebben helemaal geen verstand van het verbouwen van groente en fruit…en geen tijd’. ‘Hoe groot zijn die percelen?’ ‘Weet je wel hoe zwaar werk het is en al dat ongedierte… die jullie tomaten en sla eerder opeten dan wij zouden kunnen?’ ‘Reken er niet op dat ik ga helpen hoor!’
Zonder resultaat overigens, want onlangs kreeg ze de mededeling dat zij zich hebben ingeschreven voor een moestuin van 139 m².
En dat ze even een motivatiebrief moeten schrijven.
Nou, die brief zorgde voor hilariteit: het ChatGPT stukje van haar schoondochter was net een beetje ‘te’, de motivatie voor het kweken van hennepplanten alleen maar een grapje, de termen quality time, duurzaamheid en passie te gekunsteld en de belofte er een bloeiende, groene oase van te maken, niet reëel.
Het is een mooie ‘geloofsbrief’ geworden… en nu maar afwachten, want ze zijn niet de enige gegadigden die een tuintje willen.
En zij?
Eerlijk gezegd vindt ze het best al wel een beetje leuk.