Uithuizen
Haar jongste kind is gaan “uithuizen”.
Na drieëntwintig jaar, waarvan hij ruim drie jaar samen met zijn vriendin op zolder heeft vertoeft.
Beide hard studerend, werkend in het weekend en al jaren als woningzoekenden ingeschreven, was de hoop op eigen betaalbare woonruimte, gezien de woningmarkt van het moment zo goed als vervlogen.
Wat hebben ze geboft, via loting zijn ze aan een prachtige flat gekomen.
Voldoende ruimte, een magnifiek uitzicht vanaf de tiende etage en in zeer korte tijd een mooie inrichting bij elkaar verzameld.
En zij?
Nee hoor, echt totaal geen last van een leeg-nest-syndroom.
Ze vindt het prima, blij dat haar kinderen er zo “warmpjes” bijzitten.
Alleen is ze af en toe wel een beetje nieuwsgierig: zijn ze thuis, wordt er gewerkt, wat eten ze?
Zal ze appen, bellen of even langs gaan?
Verder voelt het goed, zoals het “hoort”.
Het doet haar wel terug denken aan haar allereerste woning.
Twintig was ze, samen in een flat op elf hoog, ondergehuurd voor een jaar, wat uiteindelijk maar een half jaar duurde, omdat de rechtmatige eigenaar vervroegd terug kwam.
Gedoe omdat ze iets aan de woning veranderd hadden en de stress van het zoeken naar een ander onderkomen.
Uiteindelijk gevonden voor een belachelijke huurprijs, waarna al snel werd besloten over te gaan tot koop.
Toevalligerwijs wonen haar vrienden vijfendertig jaar later in dat zelfde flatgebouw.
Iets lager, iets anders ingedeeld, uitkijkend over een ander gedeelte van de stad, maar elke keer als ze daar de centrale hal binnenkomt moet ze even denken aan haar jeugd, aan al de feestjes en haar toen nog kleine neefje die net kon lopen en zich hard bezeerde aan de volglas-design-deur.
Ze bezit nog enkele relikwieën uit die tijd: haar allereerste aankopen.
Het bestek dat tot nu toe dagelijks in gebruik is geweest, wat schaaltjes en kommetjes die niet stuk gevallen zijn en de latere vaatwasser overleefd hebben.
Ze heeft zelfs nog een enkele keukendoek, wat Walra badlakens van uitzonderlijke kwaliteit en een wit damasten tafellaken.
Ze vind het leuk als een tafel fraai gedekt is met kaarsen, servetten en mooie wijnglazen, zeker bij bijzondere gelegenheden komt het ouderwetse tafelkleed dan ook steevast uit de kast.
Nog niet zolang geleden werd er speciaal voor haar een tafel gedekt.
Toch??
Een wit gesteven en gestreken kleed, rozenblaadjes, rode servetten in de kristallen champagneglazen en een lint om een vaasje met een roos.
Het was in de ontbijtruimte van een hotel op Fuerteventura.
Ze was jarig die dag!
Aan de gedekte tafel heeft ze niet gezeten, maar nog steeds denkt ze dat die misschien toch wel voor haar bedoeld was.
Niemand nam er trouwens plaats, alles bleef onaangeroerd, er werd alleen maar bij stil gestaan, naar gekeken en instemmend geknikt.
Er was geen naam of kamernummer te zien, geen hotelmedewerker die iets regelde en haar man wist ook al van niets.
Hoeveel mensen in het hotel hadden iets te vieren die dag?
Waren er meer jarigen, jubilarissen, werd er die dag een huwelijk voltrokken?
Ze was gegeneerd om de gedachte dat het voor haar bedoeld zou zijn, het was gewoon haar verjaardag, een jaartje ouder, niet eens een mijlpaal, niets speciaals.
En trouwens, had ze eigenlijk wel zo in het “middelpunt” willen zitten?
Iedereen die dan zou kijken, haar de hand zou schudden, al de vragen en de felicitaties…
Nee, het was uiteindelijk veel beter om vlak naast de bewuste tafel te ontbijten en in gedachten te fantaseren en te speculeren over hoe het zou zijn geweest als echt iemand de stoel voor haar zou hebben aangeschoven, de champagnefles ontkurkt zou hebben en ze bedolven zou zijn onder gelukwensen van alle hotelgasten.
Gelukkig heeft ze de foto nog!