De wachtkamer
Er is een tijd geweest dat ze zelden in een wachtkamer kwam.
Tot ongeveer anderhalf jaar geleden.
Na het scooter ongeluk van haar jongste zoon, het vaderschap van haar oudste, en de longproblemen die ze zelf ondervond is “wachtkamer stress” een feit.
Gejaagd van huis om niet te laat te komen, de juiste afdeling zoeken en dan een zitplaats proberen te bemachtigen.
De aan elkaar gekoppelde stoelen, waardoor ze te dicht op de andere wachtende zit draagt er toe bij dat ze diegene aanraakt.
Hoe klein kan ze zichzelf maken en hoe zorgt ze er voor dat ze niet zo opvallend meekijkt op de telefoon van een ander?
Na inmiddels tien minuten heeft ze voor de zesde keer “goedemorgen” gezegd, terwijl ze niet echt van een goedemorgen kan spreken met pijn in haar lichaam of de zenuwen over de toestand van een van haar kinderen of kleinkind.
Ruikt ze angstzweet bij degene die naast haar zit?
Zou best eens kunnen, komt hier waarschijnlijk ook niet voor een ingegroeide teennagel.
Hij zit wiebelend, regelmatig op zijn horloge kijkend en met een te luidde stem via de telefoon, mopperend verslag te doen van de drukte in de wachtkamer.
Haar wachttijd is inmiddels al twintig minuten....spanning.
Koffie en thee op een kar, voortgeduwd door twee bijna bejaarde dames, die dit serveren met een buitensporige nauwgezetheid, slaat ze af bang om naar het toilet te moeten en zo haar afspraak te missen.
De stapeltjes tijdschriften om lezend de wachttijd door te komen, blijken bijna allemaal een half jaar oud te zijn.
Wubbo Ockels was nog in leven en de doos gebak moest bij Linda de Mol nog afgeleverd worden.
Bladerend in de Flair en kijkend over de rand van haar bril naar de persoon wiens naam geroepen wordt, om zo haar eigen voortgang in de gaten te houden.
Even op haar telefoon kijken, er is een nieuw WhatsApp.
Kijkt haar buurman nu over haar schouder mee??
Daarna nogmaals de punten die ze wil bespreken met de dokter in gedachten opsommen.
Niets vergeten?
Dertig minuten …....agitatie.
Het zal toch wel goed komen??
De wachtkamer wordt voller en voller, haar arts heeft ze pas één keer gezien, zijn collega is sneller.
Zal er een spoedgeval tussendoor zijn gekomen, is het koffiepauze, zal ze naar de balie lopen om te vragen wat er aan de hand is?
Waarom vertelt niemand iets over het uitlopen van het spreekuur?
Ze maant zichzelf tot rust...ze zal moeten accepteren en zich vooral niet verzetten tegen iets wat ze niet kan beïnvloeden.
Veertig minuten...opluchting, want de arts roept haar naam.
Is het gek dat de jonge vrouw die haar hoog bejaarde gehandicapte ouders begeleidde, na een uur afwachten op een houten, ongemakkelijke stoel heel boos werd op de verpleegkundige achter de balie?
Is dat “wachtkamer stress”?
Heeft de andere wachtende patiënt die de jonge vrouw berispte over haar gedrag en haar toesprak over ons aller behoefte aan zorg, ondersteuning, aandacht en een rustig gesprek met de arts, als we uiteindelijk aan de beurt zijn, daar dan geen last van?
Er is een tijd geweest dat ze zelden in een wachtkamer kwam.
Tot ongeveer anderhalf jaar geleden.
Na het scooter ongeluk van haar jongste zoon, het vaderschap van haar oudste, en de longproblemen die ze zelf ondervond is “wachtkamer stress” een feit.
Gejaagd van huis om niet te laat te komen, de juiste afdeling zoeken en dan een zitplaats proberen te bemachtigen.
De aan elkaar gekoppelde stoelen, waardoor ze te dicht op de andere wachtende zit draagt er toe bij dat ze diegene aanraakt.
Hoe klein kan ze zichzelf maken en hoe zorgt ze er voor dat ze niet zo opvallend meekijkt op de telefoon van een ander?
Na inmiddels tien minuten heeft ze voor de zesde keer “goedemorgen” gezegd, terwijl ze niet echt van een goedemorgen kan spreken met pijn in haar lichaam of de zenuwen over de toestand van een van haar kinderen of kleinkind.
Ruikt ze angstzweet bij degene die naast haar zit?
Zou best eens kunnen, komt hier waarschijnlijk ook niet voor een ingegroeide teennagel.
Hij zit wiebelend, regelmatig op zijn horloge kijkend en met een te luidde stem via de telefoon, mopperend verslag te doen van de drukte in de wachtkamer.
Haar wachttijd is inmiddels al twintig minuten....spanning.
Koffie en thee op een kar, voortgeduwd door twee bijna bejaarde dames, die dit serveren met een buitensporige nauwgezetheid, slaat ze af bang om naar het toilet te moeten en zo haar afspraak te missen.
De stapeltjes tijdschriften om lezend de wachttijd door te komen, blijken bijna allemaal een half jaar oud te zijn.
Wubbo Ockels was nog in leven en de doos gebak moest bij Linda de Mol nog afgeleverd worden.
Bladerend in de Flair en kijkend over de rand van haar bril naar de persoon wiens naam geroepen wordt, om zo haar eigen voortgang in de gaten te houden.
Even op haar telefoon kijken, er is een nieuw WhatsApp.
Kijkt haar buurman nu over haar schouder mee??
Daarna nogmaals de punten die ze wil bespreken met de dokter in gedachten opsommen.
Niets vergeten?
Dertig minuten …....agitatie.
Het zal toch wel goed komen??
De wachtkamer wordt voller en voller, haar arts heeft ze pas één keer gezien, zijn collega is sneller.
Zal er een spoedgeval tussendoor zijn gekomen, is het koffiepauze, zal ze naar de balie lopen om te vragen wat er aan de hand is?
Waarom vertelt niemand iets over het uitlopen van het spreekuur?
Ze maant zichzelf tot rust...ze zal moeten accepteren en zich vooral niet verzetten tegen iets wat ze niet kan beïnvloeden.
Veertig minuten...opluchting, want de arts roept haar naam.
Is het gek dat de jonge vrouw die haar hoog bejaarde gehandicapte ouders begeleidde, na een uur afwachten op een houten, ongemakkelijke stoel heel boos werd op de verpleegkundige achter de balie?
Is dat “wachtkamer stress”?
Heeft de andere wachtende patiënt die de jonge vrouw berispte over haar gedrag en haar toesprak over ons aller behoefte aan zorg, ondersteuning, aandacht en een rustig gesprek met de arts, als we uiteindelijk aan de beurt zijn, daar dan geen last van?