Double Dutch
Ze heeft zich van de week aan het onderdeel straatfotografie gewaagd.
Een dag lang probeerde ze ongezien anderen in hun dagelijkse doen vast te leggen.
Bij voorbaat vond ze het eng, ze had een soort van plaatsvervangende schaamte, een gêne die ze moest overwinnen.
Wat als diegene haar bemerkt en er niet van gediend is dat ze hem fotografeert, wat terwijl haar wereld uit een klein rechthoekje bestaat omdat zij door de lens van de camera kijkt en er iemand op haar afstevent?
Wat als iemand dreigt met begrippen als portretrecht, recht op privacy en bescherming persoonsgegevens?
Natuurlijk heeft ze zich verdiept in de “regels” over publicatie, publieke- en semipublieke ruimtes, verzilverbare portretten en vrije nieuwsgaring, maar, bedacht ze zich die ochtend in de bus naar Amsterdam, met respect, een gulle lach en een handvol 2 euromunten zou ze toch een eind moeten komen.
En jawel, op de grote drukke plekken als het Centraal Station en De Dam, was ze als (amateur) straatfotograaf nagenoeg onzichtbaar.
Het contact zocht ze heel af en toe zelf, met onder andere de hedendaagse Frits Bom van het tv-programma Max-vakantieman, die weer terug uit Torremolinos, toeristen in Amsterdam met zijn aanwijsstok en landkaart lastig viel, maar een onwijs fotogenieke cameraman bij zich had.
Met het meisje dat nagenoeg naakt midden op De Dam beschilderd werd.
“Ik voel me prima”, vertelde ze en hoe kan het ook anders…poserend met haar prachtig beschilderde lichaam werd ze menigmaal voor het statige, monumentale Koninklijk Paleis gefotografeerd.
Of de twee jonge mannen die al joints rokend langdurig hangend tegen de brugleuning zich lieten fotograferen, omdat haar fotovriendin zo ontzettend veel potentie zag in de geel-reflecterende zonnebrillen van de twee.
Leuke spontane jongens uit Duitsland , bleek bij navraag.
Duitsland,... wat heeft ze er een grondige pesthekel aan als zij in het buitenland, tijdens haar zonvakanties of de stedentripjes, gebaseerd op haar tongval de Duitse nationaliteit aangemeten krijgt.
Daar is ze veel te vaderlandslievend voor.
“No, I’am from Holland. I’am Dutch”…
”Deutsch?”
“Nein,… No, I’am a Dutch wife?”, verweert ze zich.
Is dit patriotisme, haar trots, terwijl ze de Engelse taal bezigt, wel terecht?
Is het niet zo dat het woord “Dutch” in de Engelse volksmond weinig goeds betekent, een negatieve lading heeft?
Dronkenschap, een zwakke verdediging, belastingontduiking, gierigheid, begint aan de andere kant van het Kanaal allemaal met het woord Dutch.
A Dutch wife blijkt een opblaaspop te zijn, a Dutch boy is een homoseksuele jongen die het ook met vrouwen doet.
A Dutch uncle is een persoon die ze liever vermijdt omdat, diegene haar neerbuigend of vermanend toespreekt, maar is tevens een Engelse pop-band en in Nederland een onafhankelijk financieel adviesbureau.
Dutch white is topkwaliteit heroïne en een Dutchy is een kamer gevuld met wietrook.
The Dutch shuffle is het sjoemelen met het schudden of delen van de kaarten bij het kaartspel en a Dutch oven is (daar gaat ze weer…) het scheten laten onder de dekens terwijl iemand bij je in bed ligt…
A Dutch window is een prostituee en a Dutch mirror is een spionnetje.
En tot slot hebben we dan nog double Dutch, wartaal uitkramen, een verhaal waar geen touw aan vast te knopen is.
Is double Dutch dan de titel van dit verhaal waardig?