Suizende oren.
Ze heeft een etmaal lang last van suizende oren gehad, hoorde slecht en vroeg bij elke opmerking van de ander: “Wat zeg je?”
Van een goede voorbereiding was ook eigenlijk geen sprake geweest op het laatste moment had ze nog een paar oordopjes gekocht, omdat een vriendin die ze toevallig tegenkwam haar daarop attendeerde en vervolgens stond ze gedurende een paar uur amper vijf meter van een enorme geluidsbox.
Je vraagt je waarschijnlijk af waar ze in godsnaam geweest is.
Nou, volledig uit haar comfortzone, was ze aanwezig bij een avondje Vannstein, de Nederlandse coverband van Rammstein, die afgelopen vrijdagavond optrad in het plaatselijk Pop- en Cultuurpodium.
Ze was op aanraden van haar man meegegaan.
Als Duits docent en liefhebber van de taal en de teksten is hij fan van de band, hoewel opgemerkt moet worden dat bij hem de Duitse taal stukken vriendelijker klinkt dan de lage, grommende, bijna agressief uitgeschreeuwde songteksten van de leadzanger.
Het was hard, heel hard.
Het was Duits, heel Duits.
Er was vuurwerk, heel veel vuurwerk.
In eerste instantie was ze bang dat ze gezien haar leeftijd niet tussen het publiek zou passen, maar dat viel gelukkig mee, het was een gemêleerd gezelschap qua uiterlijk, kleding en leeftijd.
Welbeschouwd heeft ze ontzettend genoten van het spektakel, de gekke fratsen van de keyboardspeler, het vuurwerk, de mensen om haar heen en van het serpentinekanon.
Om de zoveel tijd spoog dat ding honderden kleine rechthoekige roze- en witte stukjes zijdepapier uit, de kleuren in schril contrast met het imago van deze metalband.
Jaren geleden, toen ze bij een concert van Coldplay in het Goffertpark aanwezig was, werd ze door een soortgelijk apparaat bedolven onder gigantische hoeveelheden veelkleurig vloeipapieren-vlindertjes, wat ze toen ook al zo’n geweldig leuke happening vond.
Ze heeft dan ook heel veel van die vlindertjes als aandenken bewaard.
Vannstein bezorgde haar afgelopen vrijdag ook tastbare herinneringen, doordat de gitarist een rubber “polsbandje-met-opdruk” recht in haar handen gooide en dan natuurlijk nog die suizende oren en het verminderde gehoor dankzij het geluidsvolume.
“Huhh, wat zeg je? Wat ik met mijn kerstpakket ga doen? Dat vroeg mijn werkgever ook al”.
Ze kreeg van de week een schrijven waarin ze uitgenodigd wordt voor een kerstbijeenkomst op haar werk en de vraag of ze, middels de keuzemogelijkheden op het strookje onder aan de brief, aan zou wilen kruizen wat er met haar pakket gebeuren moet:
1. Ja natuurlijk kom ik naar de kerstborrel en aansluitend worden de kerstpakketten uitgereikt.
2. Nee, ik kan er helaas niet bij zijn en haal mijn pakket in de week van 23 t/m 27 december op bij de receptie van de vestiging waar ik werk.
3. Ik kom wel/niet naar de kerstborrel, maar schenk mijn pakket graag aan een door
de vestiging te bepalen goed doel.
Ze heeft routinematig gekozen voor de eerste mogelijkheid, omdat het tientallen jaren de gewoonte is geweest om met haar kinderen de inhoud van het pakket tussen de houtkrullen op te diepen.
De kleine handen als in een grabbelton, de rode oren van de spanning en de “oh’s” en “ah’s” als er snoepgoed tevoorschijn kwam.
Niet dat haar volwassen jongens de laatste jaren nog speciaal voor het uitpakken van het kerstpakket naar haar toe gekomen zijn, maar haar kleinzoon heeft de traditie voortgezet.
Ze voelt wat knagen… twijfel, besluiteloosheid, ze staat in dubio.
Moet ze misschien toch gaan schenken, kiezen voor optie drie, dan wel haar kerstpakket weggeven via facebook?
Als ultieme kerstgedachte!
Misschien geeft het haar wel een mooiere kerst, het gevoel iets betekenisvol gedaan te hebben, moet ze gewoon daadkrachtig handelen en haar gezinstraditie doorbreken?
Wat ga jij eigenlijk doen met je kerstpakket?