Terschelling
In de fietsenstalling beneden in jullie flat zochten we je fiets tussen de tientallen andere fietsen.
Gevonden….en toen nog de sleutel en het slot.
Ik geloof dat ik met mijn aanwijzingen iets te snel ging, waardoor ik het alleen maar moeilijker voor je maakte.
Allebei even een tel rust en toen zaten we in mum van tijd op de fiets richting de bieb.
We merken zo s ’morgens vroeg dat de zomer eindigt en we hard op weg zijn naar de herfst, hoewel de zon vandaag nog uitbundig zou gaan schijnen.
In de bieb kon je tussen de geschiedenisboeken waar je zo vaak zoekt, het juiste boek voor vandaag niet vinden.
We struinden door naar het “eten en drinken-schap”, waar je “De smaak van Texel” van Anette van Ruitenberg en Tanja van den Berge vond.
In dit kookboek laat men zien hoe rijk Texel is aan natuur en hoe wereldse gerechten gekookt kunnen worden met Texelse producten.
Een kijkje in de keuken van een mooi eiland, zoals men het boek omschrijft.
Je vertelde dat je twee keer op Texel bent geweest.
Een keer met A., C, en hun toen nog hele jonge kinderen.
En vroeger met je vrienden op zeilvakantie.
Jullie huurden een Vollenhovense bol, van volgens jou 8.10 meter lang.
Vanuit Friesland voeren jullie via de sluizen naar Oude Schild op Texel en via Den Oever weer terug naar jullie startplaats.
Je sprak over eb en vloed, de voordelen van een platbodem, over navigeren op zee, hoe een zeilboot reageert op de wind en het water.
Drie weken onderweg met dagelijkse aanpassingen van het programma.
Tevens vertelde je over de reünie van de zeeverkenners van afgelopen zaterdag.
Een fijne middag met bekenden uit het verleden, jammer van de regen, maar mooi om daar weer even terug te zijn.
Terschelling vindt je mooier dan Texel.
Vroeger, op de boot, onder het licht van vuurtoren de Brandaris voelde je je veilig.
Bran-hier-is……bran-da-ris , was een citaat van Neerlands Hoop die je na goed graven in je geheugen uitsprak.
We gingen op zoek naar een boek over Terschelling en vonden “Dit is Terschelling” van Johan van der Wal.
Leuk….je vertelde over Rederij Doeksen en over het wrak “De Lutine” en we lazen over het reddingswezen, de eendenkooien, Oeral, vergane kerken, een kerkklok die uiteindelijk in Schagen belandde en over een kofschip.
Natuurlijk bracht mij dat meteen op de d’s en de t’s en bij jou en een bibliothecaresse niet alleen op t ’kofschip, maar ook op het
t’ fokschip.
Als laatste vertelde je nog wat de betekenis is van de verschillende kleuren in de vlag van Terschelling….en toen was het op.
Vermoeid van het (voor)lezen, het graven in je geheugen, terug denken aan vroegere tijden en oude kennis reproduceren.
Vermoeid van het controleren of je alles wel bij je hebt en daarbij niet kunnen rekenen op je herinneringen en de zekerheid dat het goed is.
In de fietsenstalling beneden in jullie flat zochten we je fiets tussen de tientallen andere fietsen.
Gevonden….en toen nog de sleutel en het slot.
Ik geloof dat ik met mijn aanwijzingen iets te snel ging, waardoor ik het alleen maar moeilijker voor je maakte.
Allebei even een tel rust en toen zaten we in mum van tijd op de fiets richting de bieb.
We merken zo s ’morgens vroeg dat de zomer eindigt en we hard op weg zijn naar de herfst, hoewel de zon vandaag nog uitbundig zou gaan schijnen.
In de bieb kon je tussen de geschiedenisboeken waar je zo vaak zoekt, het juiste boek voor vandaag niet vinden.
We struinden door naar het “eten en drinken-schap”, waar je “De smaak van Texel” van Anette van Ruitenberg en Tanja van den Berge vond.
In dit kookboek laat men zien hoe rijk Texel is aan natuur en hoe wereldse gerechten gekookt kunnen worden met Texelse producten.
Een kijkje in de keuken van een mooi eiland, zoals men het boek omschrijft.
Je vertelde dat je twee keer op Texel bent geweest.
Een keer met A., C, en hun toen nog hele jonge kinderen.
En vroeger met je vrienden op zeilvakantie.
Jullie huurden een Vollenhovense bol, van volgens jou 8.10 meter lang.
Vanuit Friesland voeren jullie via de sluizen naar Oude Schild op Texel en via Den Oever weer terug naar jullie startplaats.
Je sprak over eb en vloed, de voordelen van een platbodem, over navigeren op zee, hoe een zeilboot reageert op de wind en het water.
Drie weken onderweg met dagelijkse aanpassingen van het programma.
Tevens vertelde je over de reünie van de zeeverkenners van afgelopen zaterdag.
Een fijne middag met bekenden uit het verleden, jammer van de regen, maar mooi om daar weer even terug te zijn.
Terschelling vindt je mooier dan Texel.
Vroeger, op de boot, onder het licht van vuurtoren de Brandaris voelde je je veilig.
Bran-hier-is……bran-da-ris , was een citaat van Neerlands Hoop die je na goed graven in je geheugen uitsprak.
We gingen op zoek naar een boek over Terschelling en vonden “Dit is Terschelling” van Johan van der Wal.
Leuk….je vertelde over Rederij Doeksen en over het wrak “De Lutine” en we lazen over het reddingswezen, de eendenkooien, Oeral, vergane kerken, een kerkklok die uiteindelijk in Schagen belandde en over een kofschip.
Natuurlijk bracht mij dat meteen op de d’s en de t’s en bij jou en een bibliothecaresse niet alleen op t ’kofschip, maar ook op het
t’ fokschip.
Als laatste vertelde je nog wat de betekenis is van de verschillende kleuren in de vlag van Terschelling….en toen was het op.
Vermoeid van het (voor)lezen, het graven in je geheugen, terug denken aan vroegere tijden en oude kennis reproduceren.
Vermoeid van het controleren of je alles wel bij je hebt en daarbij niet kunnen rekenen op je herinneringen en de zekerheid dat het goed is.