Invasieve exoten
Haar hele voortuin is naar de kloten.
Ze had een buxushaag met daartussen weelderig groeiende hortensia’s, maar het is inmiddels een verdorde bende.
Natuurlijk…, haar voortuin is een postzegel vergeleken met de tuinen van Versailles, maar toch was ze er tevreden mee.
Dit tuinterreur wordt veroorzaakt door de buxusmot, een mot die zich na verloop van tijd ontpopt in een felgroene rups en een enorme vraatzucht ten toon spreidt.
De buxusmot komt oorspronkelijk uit Azië, leest ze op het Internet en werd in 2007 voor het eerst gesignaleerd in Oost-Nederland.
Zijn verspreidingsgebied is inmiddels een stuk groter daar de rups tot nu toe amper natuurlijke vijanden blijkt te hebben.
De hoveniers van Paleis het Loo hebben al besloten 27 km. buxushaag te verwijderen, dus mag ze eigenlijk niet mopperen, maar in een dag was haar tuinafscheiding gereduceerd tot een kale, dode met spinsels overdekte takkenzooi waar nog geen kampvuur mee aan te maken was.
Dagelijks ziet ze wel ergens in haar woonplaats de mannen van de gemeentelijke grofvuildienst het opgestapelde buxusafval in een hakselaar gooien, waardoor het er op lijkt dat de struik en dus uiteindelijk ook de mot, met uitsterven bedreigd wordt.
De “Cydalima perspectalis”, deze invasieve exoot, heeft er voor gezorgd dat binnenkort een houten hekje haar erfgrens bepaald.
“Invasieve exoten zijn dieren, planten en organismen die van oorsprong niet in Nederland voorkomen en door hun explosieve vermeerdering en verspreiding schade berokkenen aan de natuur en een bedreiging vormen voor mens en dier”.
Krijsende halsbandparkieten: vanmiddag op haar werk werd ze nog afgeleid door een enorme zwerm van deze stadsmormels en vroeg ze zich af of er al iemand een recept bedacht had.
Berenklauw: gedroogd als decoratie, al dan niet bespoten met een zilverkleurige verf is prachtig, maar al bloeiend blaar- en brand gevaarlijk.
De Japanse Duizendknoop: een woekerende en snel groeiende plant die funderingen beschadigd en dwars door het beton van bruggen en gebouwen heen vreet.
Misschien komt die verdomde invasieve-buxusmot-exoot uiteindelijk ook wel in de speciale Dode-Dieren-met-een-Verhaal-Vitrine in het Natuurhistorisch museum.
Naast de “dominomus” , die werd doodgeschoten omdat zij drieentwintigduizend dominostenen omgooide, of in de buurt van de “traumameeuw” die in aanraking kwam met een traumahelikopter en zorgde voor een gat in de glazen cockpit?
Misschien op het schap bij de legendarische eend die slachtoffer werd van homoseksuele necrofilie of de “verduisterduif” die tegen een schakelstation vloog, een stroomstoot van 110.000 volt niet overleefde en er voor zorgde dat Friesland, Ameland en Terschelling uren in het donker zaten?
Maar dé ereplek voor deze mot, op ooghoogte, vastgezet met een speldenknop zou toch wel zijn naast de aller, allerlaatste schaamluis die al jaren pronkt in deze bijzondere vitrine.