Ze werd de afgelopen paar weken tweemaal geconfronteerd met internetfraude. De keer dat ze, notabene via de WhatsApp op haar werktelefoon, gevraagd werd om een nieuwe Rabobankbetaalpas aan te vragen had ze het bedrog meteen door en vond ze het allemaal maar erg doorzichtig. Dat lag wat anders toen haar zoon meldde dat hij een andere telefoon en tevens een ander nummer in gebruik had, omdat de zijne in de toiletpot was gevallen. Op zich helemaal niet zo’n onvoorstelbaar gegeven, omdat hij op het toilet regelmatig zijn mail checkt of zijn WhatsApp-contacten onderhoudt. Natuurlijk weet ze wel dat hij in dat geval gewoon zijn eigen 06-nummer had kunnen behouden, maar in eerste instantie tuinde ze daar met open ogen in. “Goedemorgen, mam… Dit is mijn nieuwe nummer, mijn telefoon is gevallen en nu heb ik even een leentoestel gekregen”. “Schat??” “Jaa, mijn telefoon was in de wc gevallen, kon niets meer zien dus ze gaan een nieuw schermpje plaatsen” “Moppie???” “Ik kan je niet horen…”Ik bel je zo terug, goed?” “Ja ik hoor jou wel als ik je bel, hoor je mij?” “Nee…” “Ik wil je even wat vragen als je tijd hebt… Ik zit eigenlijk met een probleem. Ik keek net in mijn mail en zag dat ik drie facturen open heb staan die vandaag betaald moeten worden…” En toen viel het kwartje. Spoofing. Een vorm van cybercrime, waarbij criminelen de identiteit van veelal een bekende overnemen om met een smoes geld afhandig te maken. Het is met een sisser afgelopen en het bewuste telefoonnummer is gelijk geblokkeerd, maar toch blijft de vraag waarom ze dit niet eerder doorzien heeft. Uit onderzoek blijkt trouwens dat deze vorm van criminaliteit ten opzichte van vorig jaar al flink aan het stijgen was, maar ten tijde van Corona verdrievoudigd is. Nu mensen noodgedwongen meer thuis zijn en het aantal woninginbraken daardoor afneemt, verlegt het dievengilde de aandacht blijkbaar naar de digitale platformen. Toch brengt de telefoon haar meer dan alleen deze ellende. De conference call, maar zeker ook het videobellen is een dagelijks terugkerend onderdeel van haar werk geworden en zal hoogstwaarschijnlijk in de toekomst niet meer weg te denken zijn. Ze houdt tijdens deze beeldbelsessies wel al rekening met de standaardadviezen betreffende het uitzetten van het geluid als ze niet aan het woord is, het gebruik van oordopjes en het minimaliseren van het omgevingsgeluid, maar “mijn God” wat is videobellen toch confronterend. Zelf gebruikt ze meestal haar telefoon, maar ze weet dat anderen een IPad, of nog erger, een 17 inchlaptop gebruiken. Vol in beeld dus! Slecht licht beïnvloedt haar huidskleur negatief en zal de oneffenheden in haar gezicht benadrukken. Het daglicht kan het beste van voren op haar vallen, dat aangevuld met een zachte make-up, waarbij ze haar wenkbrauwen een klein beetje extra aan moet zetten, zal haar flatteren. Tenminste dat beweren de diverse tutorials die ze over dit onderwerp bekeken heeft. Dagelijks bouwt ze een soort stellage met allerlei boeken en doosjes om haar telefoon op ooghoogte te krijgen, omdat, door de lensvervorming van haar telefooncamera, haar neus anders enorme vormen aanneemt en haar gezicht langwerpig wordt. Bovendien moet ze nog zo in beeld zien te komen dat anderen haar handen zien, omdat handgebaren haar woorden extra kunnen ondersteunen, maar zal ze tegelijkertijd moeten oppassen dat de achtergrond, met dat kleine onooglijke keukenblokje in haar kantoor, niet te onrustig wordt. Even een filtertje eroverheen of de achtergrond vervagen schijnt de oplossing te zijn. Verder kan ze beter zoveel mogelijk effen kleding dragen, naar het voorbeeld van Annechien Steenhuizen en Eva Jinek, die nooit gekleed gaan in drukke dessins. Het beeldbellen is mede door alle bovenstaande op internet verzamelde tips best een vermoeiende manier van werken zeker als je je realiseert dat ze continu “gezien” wordt en dus voortdurend zal moeten letten op haar non-verbale uitstraling. Even onderuitgezakt met een hand onder haar kin, afgeleid uit het raam staren, mandalapatronen tekenen op haar papieren bureau-onderlegger of verveeld haar voorhoofd fronsen is not done. En o ja, nog een laatste tip: leun niet te veel achterover in je luxe verende bureaustoel. Je zou zomaar, in het zicht van al je collega’s, als een verwenteld schaap op je rug terecht kunnen komen. Hoe kom je dan weer op je pootjes en iedereen onder ogen? Dat zal ze de ervaringsdeskundige eens vragen… |
|