Met regelmaat denkt ze terug aan haar middelbareschooltijd. Niet omdat ze dit nou persé de mooiste- of de meest onbezorgde tijd van haar leven vindt. Ook niet omdat ze hunkert naar haar tienerjaren, want hoe zal ze het in godsnaam overdoen met de wijsheid van nu? Het komt niet door haar oude schoolvrienden, omdat ze die al lang niet meer ziet en eveneens niet door de website SchoolBANK.nl, die een nostalgische reis door haar schooltijd belooft. Overigens zijn van deze internetsite nog steeds zo’n twee miljoen mensen lid en kun je je jongere zelf zoeken tussen een half miljoen klassenfoto’s: onbegonnen werk dus. Nee, het wordt al geruime tijd aangewakkerd door haar overbuurman en omdat ze gisteren tijdens een wandeling door Westerklief, Hollebalg en De Haukes liep. Dit waren overigens, tot dan toe, voor haar onbekende gehuchtjes in de kop van Noord-Holland. Topografisch is ze eigenlijk best redelijk onderlegd: ze kent de landen van Europa en weet globaal waar wat in de rest van de wereld ligt, ze weet tamelijk goed het stroomgebied van de rivieren in Nederland aan te wijzen en kent de hoofdsteden van de provincies , maar dat Stroe zowel in Gelderland als in Noord-Holland ligt, het dorp Rectum in Overijsel, Fontijnsnol (leg de klemtoon niet verkeerd) op Texel en De Hel in Friesland, was haar tot voor kort geheel onbekend. Tijdens het surfen op internet kwam ze ook nog Europees langste plaatsnaam Llanfairpwllgwyngyllgogerychwyrndrobwllllantysiliogogogoc in Wales tegen, het Oostenrijkse Fucking (tegenwoordig Fugging omdat de inwoners van dit stadje het stelen van het gemeentebord zat waren) en moest ze terugdenken aan een survivalvakantie in de Belgische Ardennen waar ze, ongeveer twaalf jaar geleden met vijf bijna ‘uit-gepuberde’ jongeren, door het plaatsje Beffe reed. De foto’s die toen genomen zijn bij het plaatsnamenbord van deze gemeente zal bij menigeen rode oortjes veroorzaken. Haar topografische kennis mag dan misschien behoorlijk zijn, haar oriëntatievermogen is dat niet meer. Vroeger trok ze met haar gezin op de bonnefooi, aan de hand van een zeer gedetailleerde Michelin kaartengids door Frankrijk en voorspelde ze elke bocht of het kleinste onverharde weggetje, maar sinds de intrede van hulpmiddelen als haar bril, waarmee het op zo´n priegelkaart toch slecht focussen is en de diverse navigatiesystemen in de auto en op haar telefoon, is dat tot nul gereduceerd. Ze las onlangs een verhaal over een buschauffeur van een Belgische wintersportorganisatie die een omweg van twaalfhonderd kilometer maakte, omdat hij zijn GPS per ongeluk instelde op La Plagne in de Ariège, vlak bij de Spaanse grens, in plaats van La Plagne in de Franse Alpen. Dus blindvaren op een GPS heeft zo zijn risico’s. Het zou haar ook zomaar kunnen overkomen als ze achteloos Google maps instelt op Laren, omdat ze nu toch eindelijk wel eens naar Het Singer kunstmuseum wil en onbedoeld ergens in de provincie Gelderland belandt. (Ja, check maar…Laren is ook een dorp in Gelderland) Trouwens…de overbuurman is haar vroegere aardrijkskundeleraar. Toentertijd een man met het soort humor welke zij absoluut niet kon waarderen, later een gerenommeerd eredivisie-scheidsrechter die de snelste rode kaart in het Nederlands betaalde voetbal gaf (na 28 seconden) en nu de senior waar ze regelmatig een praatje meemaakt en die ze nog altijd met ´U´ aanspreekt. Oh, wat is het leven fijn, als de zon schijnt en terrasjes zitten overvol, alle mensen raken uit hun bol. Oh, wat is het leven fijn, in de zon. Als de zon er toch niet was geweest, was er nooit een reden voor een feest. Oh, wat is het leven fijn als de zon schijnt. Je herkende het al, toch? Het is een deel van een liedje van André van Duin, waarbij ze altijd mee wil blèren. Waarschijnlijk lukte het je niet om deze regels gewoon te lezen en was je bij de tweede regel ook al aan het neuriën of zingen. André schreef de tekst in 1983 op een stuk muziek dat hij hoorde tijdens het bekijken van een Amerikaanse komediefilm uit de jaren’60, met in de hoofdrol Gina Lollobrigida. Toch bijzonder dat dit lied zo’n uitwerking heeft: het maakt haar vrolijk, het doet denken aan de zomer en het laat haar zingen. Vroeger, in de tijd dat ze werkte in een verpleeghuis aan de Amstel in Amsterdam, zat ze bijna maandelijks met enkele zorgvragers, als goede buren van theater Carré, bij de revue van André van Duin in het gangpad voor de voorste rij. Het kwam haar de strot uit: de kapotte kleding van de dansers (dat zag je alleen van dichtbij), de gebogen, uiteindelijk stijve nek om op het podium te kunnen kijken, de toentertijd in haar ogen flauwe grappen en de altijd beklagenswaardige Van Dusschoten en Van Gorp. Het was een onderdeel van haar werk en de bewoners van het verpleeghuis genoten ervan, dus ach…uiteindelijk heeft het er wel toe geleid dat ze er nu met plezier op terug kijkt. André van Duin is de laatste tijd zeker in haar achting gestegen: zijn rol bij ‘Heel Holland bakt’, de tv-serie op het water met Jannie, zijn optreden bij het afscheidsprogramma van Matthijs van Nieuwkerk en de manier waarop hij praat over wat hem de laatste tijd allemaal overkomen is, maakt dat ze veel respect voor hem heeft. Terrasjes zitten overvol, alle ziekenhuizen raken leeg. Oh, wat is het leven fijn als de zon schijnt. Niemand is zich meer van kwaad bewust, alle narigheid wordt uitgeblust Oh, wat is het leven fijn als de zon schijnt. De tekst staat wat haar betreft sinds corona in een totaal ander daglicht, want wat is ze blij dat ze weer eens ‘gewoon’ op een terras kan zitten, een museum kan bezoeken of weer ´gewoon´ een vakantie in een hotel kan boeken. Trouwens, sinds kort is er nog iets anders wat het leven fijn maakt als de zon schijnt… Haar zonnepanelen! Er liggen er sinds kort acht naar volle tevredenheid op haar dak en aan de app, waarop ze kan aflezen wat de werking van de zonnestralen met haar portemonnee doet, heeft ze veel plezier. Het zal ongetwijfeld minder worden, maar nu kijkt ze dagelijks een paar keer op haar telefoon om de zonne-energiestand af te lezen en geloof haar: het tikt lekker aan. Toch heeft de zon ook zijn keerzijde als ze denkt aan het zonneschadeplekje op haar rug wat maar moeizaam verdwijnt en de alertheid en precisie waarmee ze de lichte huid van haar kleinkind bij het minste geringste zonnestraaltje beschermt met zonnebrandcrème. Gisteren, tijdens een vakantie-fietstocht in de Krimpenerwaard werd ze toevalligerwijs met hoge snelheid tegemoet gereden door Gerard Cox, als dat nou maar niet betekent dat die mooie zomer alweer voorbij is… ‘Na nana nana Na nana nanana nana’. |
|